
🐾 De Nieuwkomer
Het begon op een gewone ochtend. Emma deed haar gebruikelijke inspectieronde in de tuin van hun huisje in Ermelo.
Ze snuffelde bij het hek, blafte tegen een duif op de schutting, en…
— stond abrupt stil.
Daar, in het hoekje bij de lavendelstruik, stond iets vreemds. Iets dat gisteren nog niet daar was.
Een kleine, rode tuinkabouter. Met een baard, een scheef hoofd en… een grijns?
Emma gromde. “Hij kijkt naar mij.”
Beertje kwam aangewandeld met een brokje in zijn bek. “Wat is dat nou weer? Een speelgoedpop met een puntmuts?”
“Hij was er gisteren nog niet,” snauwde Emma. “En ik vertrouw hem niet.”
🪴 Verplaatst!?
De volgende ochtend stond de kabouter bij het vogelbad.
De dag daarna: bij de appelboom.
De dag dáárna: recht voor Emma’s mandje.
“Zie je wel?” blafte Emma. “Hij beweegt!”
Beertje fronste. “Misschien… blaast de wind hem om? Of hij rolt gewoon weg?”
“Hij heeft een cementen voet.”
“…Oh.”
Emma besloot het mysterie op te lossen.
🕵️♀️ Het onderzoek
Ze bouwden een observatiepost in de plantenbak (lees: verstopten zich achter een omgevallen bloempot met een stuk stok als verrekijker).
’s Nachts bleven ze wakker. Ze hoorden uilen. Krekels. De koelkast.
Maar geen kabouter die bewoog.
Tot ze op de vierde nacht…
kleine modderige voetafdrukken ontdekten bij de kabouter. En een spoor van mos en… aardbeienjam?
“Wat voor kabouter eet jam?” fluisterde Beertje.
“Een verdacht lekkere,” gromde Emma.
🧤 De val
Emma maakte een plan.
Ze legden een brokje neer, precies naast de kabouter. Beertje verborg zich in de struik, klaar om te blaffen bij de eerste beweging.
Maar toen ze in slaap sukkelden, gebeurde het.
Een kuchje.
Een piepje.
En het brokje… was weg.
De kabouter stond weer ergens anders.
Op zijn hoofd: een klein rode vlekje. Aardbeienjam?
🐾 De waarheid (of toch niet?)
De volgende ochtend hoorden ze gelach uit de keuken.
Hun baasje hield een foto omhoog. Op de foto:
De kabouter…
in een hangmat van theedoeken, op de rug van een speelgoedvarken.
“Ha! Elke avond verstop ik hem ergens anders. Een kabouter-schattenjacht!”
Emma en Beertje keken elkaar aan.
Beertje gniffelde. “Dus het was gewoon baasje!”
Emma draaide zich om. “Wacht…”
Ze liepen terug de tuin in.
En daar… op het dak van het tuinhuisje… stond de kabouter.
Met zijn baard in de wind. En onder hem, op de grond: verse modderige pootjes. Klein. Ronder dan van een mens.
Emma knipperde. “Baasje komt daar niet.”
Beertje slikte. “Misschien…”
“…was de kabouter toch niet alleen maar een beeldje.”
🌙 De Nachtelijke Achtervolging
Die nacht konden Emma en Beertje niet slapen.
De kabouter… op het dak? Dat kon baasje niet hebben gedaan.
“Misschien is het een kabouterspion,” fluisterde Beertje.
“Of een toverkabouter,” fluisterde Emma terug, terwijl ze stiekem in haar mand kroop.
Ze besloten te waken.
Rond middernacht… hoorde Emma iets kraken.
Ze keek op — en zag de kabouter van het dak verdwijnen.
Niet vallen. Niet duikelen.
Weg. In het niets.
Ze tikte Beertje wakker. “Hij is vertrokken. Kom mee!”
🕳️ De Schuilplek
Achter de tuin — daar waar het gras overgaat in bosjes en oud tuingereedschap — vonden ze een geheime opening. Een tunnel, half verborgen onder een hoop herfstbladeren en…
een schep met kaboutergrip?
Ze kropen naar binnen.
Binnenin was het warm, knus en… vol mini-meubeltjes.
Een theekopje ter grootte van een walnoot.
Een tafel van een omgekeerde bloempot.
En op de muur?
Een foto van Emma.
Emma schrok. “Ze kennen me…”
Beertje wees naar een kastje vol papiertjes. “Dit zijn… dagrapporten?”
Op één ervan stond in krullerig schrift:
“Doelwit 1: Dwergteckel. Observeert kabouter. Slim. Kan gevaarlijk zijn.”
“Doelwit 2: Chihuahua. Af te leiden met worst.”
👣 Ontmaskering
Plots hoorden ze stemmetjes.
Ze doken achter een mini-bank.
Twee levende kabouters kwamen binnen, met een plattegrond van de tuin. Ze droegen nachtkleding, hun puntmutsen slordig.
“Ze zijn te nieuwsgierig, Bram,” zei de ene.
“Dan moeten we verhuizen,” zei de ander. “Of… ze uitnodigen.”
Emma sprong tevoorschijn. “Aha!”
De kabouters gilden van schrik en vielen achterover in een doos vol satéstokjes.
Beertje kwam er rustig achteraan. “Wij willen gewoon weten waarom jullie de hele tuin omgooien.”
De oudste kabouter zuchtte. “We zijn de Nachtwachters van de Tuinkabouters. Wij bewaken tuinen tegen slakken, mollen en vergeten kattenbrokjes. Maar we moeten geheim blijven.”
🐶 Een Onverwachte Uitnodiging
Emma keek even streng. “Maar waarom verplaatsen jullie je elke nacht?”
“Voor de training,” zei de jongere kabouter. “We leren schaduwen gebruiken, zachte sprongen maken… en onopvallend zijn.”
Beertje grijnsde. “Nou… dat is niet echt gelukt.”
De kabouters keken elkaar aan.
“Willen jullie… meedoen?”
Emma fronste. “Wat bedoel je?”
“Een test. Eén nacht. Jullie mogen met ons mee. Kabouter-stijl.”
Beertje sprong op. “JA!”
🎩 De Nacht van de Kaboutercode
Die nacht kregen Emma en Beertje kleine rode mutsjes.
Ze slopen over het gazon.
Gleden over een regenton.
Doken voor een uil.
Ze zetten slakkensporen om in pijlen, herstelden een gevallen bloempot en staken een mini-vlag op het hoogste punt van het tuinhuis.
Opeens voelde Emma zich… trots.
Toen de zon opkwam, verdwenen de kabouters weer in hun tunnel.
“Jullie zijn goede bondgenoten,” zei Bram. “Maar vergeet niet: niemand mag weten dat we bestaan.”
🌞 Of toch niet?
De volgende ochtend zat Emma voor het raam.
Beertje kwam aangerend met een worst in zijn bek.
“Hebben we het echt gedroomd?” vroeg hij met volle mond.
Emma wees naar buiten.
Op het gras stond een klein bordje.
“Nachtwacht Level 1: Geslaagd.”
En ernaast?
Een mini-worst.
Met een briefje:
“Voor Doelwit 2. 🧙♂️”
Einde. Of zoals kabouters zeggen: ‘Begint het pas.’
🌿✨🐾